Op het door het Nederlands Impresariaat georganiseerde solistenconcert, Dinsdagavond in de Amsterdamse Bachzaal, toonde de pianist Jean Franssen, die in Mei deelneemt aan het internationale muziekconcours in Praag, vele eigenschappen te bezitten, welke een grote toekomst van hem mogen doen verwachten. Niet alleen beschikt hij over een buitengewoon grote en prachtig ontwikkelde techniek, maar bovendien weet hij een stuk naar vorm en inhoud op te bouwen. Zijn rijk gevarieerde toonvorming stelt hem in staat tot de kleurigste klankschakeringen.
In een met elke sleur brekend programma – men hoorde werken van Fauré, Bartók, Ravel en vijf, met veel Liszt en Rachmaninov doordrenkte bagatellen van de Engelsman Ferguson – wist Franssen voortdurend te overtuigen van zijn bijzonder talent; de aandacht voor technische problemen scheen echter vooralsnog een volkomen ongeremd musiceren in de weg te staan.
Voor de pauze oogstte Albert Vogel Jr. veel succes met de voordracht van poëzie van Marsman en van Rilke’s “Wijze van liefde en dood van den cornet Christoffel Rilke” in de vertaling van Victor E. van Vriesland.
LEX VAN DELDEN