Pas na de pauze van zijn recital – Dinsdagavond in de Kleine Zaal van het Amsterdamse Concertgebouw – toonde de pianist Willy Meeuwisse tot wat hij in staat is: in stukken van Debussy en Satie bleek hij gevoel voor kleur te bezitten, zodat sommige fragmenten zeer poëtisch klonken.
In werken van Mozart, Schubert en Haydn, die hij voor de pauze speelde, veroorzaakten zijn vrij slordige, niet-heldere techniek en een slecht pedaalgebruik vaak een wazige, vage massa, een brij van klanken. Bovendien werd zijn spel – misschien door een van nature aanwezige gereserveerdheid – nooit eens werkelijk bewogen.
Als geheel: een middelmatig, weinig boeiend recital.
L. V. D.