JEAN FOURNIER, die zich Maandagavond in het Amsterdamse Concertgebouw liet horen, is zeer zeker een groot violistisch talent: uitstekende streek en rechterhandtechniek gaan samen met een warme, soms fraaie toonvorming en vurig élan.
Niettemin moeten wij constateren, dat hij als kunstenaar lang niet op dezelfde hoogte staat. Dat kon men al verwachten na lezing van het programma. Het is waarlijk niet nodig een vioolconcert van Mozart op een recital te spelen en een halsbrekend kunststuk als Paganini’s Campanella hoort niet in de Concertzaal thuis.
Zo overheerste het louter violistische wel sterk, wat Ravel’s Tzigane nog het beste verdroeg. Vooral hierin begeleidde Felix de Nobel prachtig.
Didi Sanders
Tegelijkertijd maakten wij in de Bachzaal kennis met de speelse zangkunst van de mezzosopraan Didi Sanders. In lyrische liederen schiet zij in expressie tekort, maar in luchtige gevalletjes weet haar voordracht vaak te boeien. Dan storen de vocale tekortkomingen minder.
Haar stem is in het lage en middenregister aangenaam, maar in de hoogte, vooral in ‘t forte, blijft alles te veel achter in de keel en wordt de minder goede ademtechniek merkbaar.
Overigens was het programma smaakvol samengesteld en begeleidde Hans Schouwman zeer muzikaal.
LEX VAN DELDEN