Categorieën
Het Parool

Borowski speelde werk van Olivier Messiaen

Met een van oorspronkelijkheid getuigend programma heeft de pianist Alexander Borowski voor het eerst na de oorlog het Amsterdamse publiek overtuigd van zijn groot kunstenaarsschap; voor de Kunstkring speelde hij Vrijdagavond in de volle grote Concertgebouwzaal en beide programmahelften begon hij met een hedendaags werk. Vóór de pauze was dat Prokofiew’s tweede sonate en er na hoorde men enige stukken van de Fransman Olivier Messiaen, leider van de groep “La jeune France” (waartoe o.a. Jolivet en Lesur behoren).

Ik heb slechts het werk van Messiaen kunnen horen, die in Frankrijk geldt als wegbereider voor een toekomstmuziek. De titels verraden een mystieke inslag. Voorbeelden: “Communie van de Maagd”, “Het Kindeke Jesus, op twintig wijzen gezien”; er treden “vreugdethema’s” op en “Godsthema’s”. het klinkende resultaat? Ik vond het gezochte en nare muziek, die door gebrek aan vormkracht en zelfbeperking nergens boeit en bijzonder vermoeiend werkt. De muzikale inhoud, op het eerste gehoor moeilijk te verstaan, bleek ten slotte op pathetische zoetelijk-romantische en banale melodieën te zijn gebaseerd. De mystiek van het geval is mij ontgaan; misschien lag die verborgen in de driftige trippelnootjes, die voortdurend het muzikale “geraamte” omspelen: een kinderachtige techniek, die slechts verbaast door de hardnekkigheid waarmee zij wordt toegepast.

Desondanks moet men Borowski dank verschuldigd zijn, dat hij ons met Messiaens werk liet kennismaken. Hij deed dit met groot meesterschap. Een even groot, maar soms wat geroutineerd spelend, meester toonde hij zich in enkele Chopins.

In de Kleine Zaal demonstreerde de jeugdige Hongaarse violiste Elise Cserfalvi (tweede prijswinnares op het muziekconcours 1948 in Scheveningen) haar opmerkelijk talent: een voortreffelijke techniek en een ongemeen jonge en van overmoedige levenslust getuigende muzikaliteit maakten haar spel bijzonder boeiend. Dat was zo in sonates van Bach, Händel en vooral in Brahms, waarin Géza Frid, juist terug van een tournée door Indonesië, de pianopartij al even hartstochtelijk en bruisend vertolkte als de violiste. Een verkwikkend recital. Jammer, dat Elise Cserfalvi een niet zo heel erg goed instrument bespeelt.

LEX VAN DELDEN

Mobiele versie afsluiten