maandag 12 april 1948
Expressieve zangkunst van Madeleine Grey
EEN handvol aanwezigen luisterde Zaterdagavond in de Kleine Concertgebouwzaal van Amsterdam naar de bijzonder expressieve zangkunst der Franse zangeres Madeleine Grey. Men kan bezwaren aanvoeren tegen haar wijze van zingen, die in de eerste plaats gericht scheen op het uitbeelden van de tekst der liederen. En wel zózeer, dat de overigens technisch goed gebruikte mezzosopraan, vooral in de hoogte, wel eens geforceerd klonk en men de indruk kreeg hier veeleer te doen te hebben met een zingende voordrachtskunstenares dan met een zangeres.
Voortdurend echter werd men overtuigd van het feit, dat Madeleine Grey een kunstenares van ongewoon formaat is. Hetgeen reeds uit haar programmakeuze viel af te leiden. Want het zijn er maar weinigen, die achtereenvolgens drie groepen liederen van Ravel, twee van Milhaud en twee van Moussorgski op hun programma plaatsen. En de intelligentie en het zeldzame indringingsvermogen waarmee deze werken werden vertolkt, zijn slechts een enkeling gegeven.
Zo hield men onvergetelijke indrukken over van dit recital, waarin Gilberte Lecompte voor uitstekende pianobegeleidingen zorgde.
Tegelijkertijd dirigeerde Hein Jordans in de Grote Zaal het vierde concert van de Beethoven-cyclus. Herman Krebbers oogstte een buitengewoon succes met zijn vertolking van het vioolconcert; na de pauze ging de zesde symphonie.
LEX VAN DELDEN
donderdag 22 april 1948
Charlotte Martin, pianiste
EEN even omvangrijk als veelzijdig programma stelde de jeugdige Mexicaanse Charlotte Martin Woensdagavond in de gelegenheid haar uitgesproken pianistische aanleg in de Kleine Concertgebouwzaal aan een klein aantal Amsterdammers te tonen. Zij bleek een voortreffelijke techniek te bezitten, een heldere aanslag en een fijn afgestemd nuanceringsvermogen, eigenschappen, welke - in dienst gesteld van haar gezonde muzikaliteit - uitermate verzorgde vertolkingen opleverden.
Dat niet alles een even diepe indruk achterliet, lijkt mij toe te schrijven aan die verzorgdheid, die aan vertolkingen van een sonate van Van Beethoven en een suite van Bach een wat schoolse afgemetenheid gaf. Hier miste ik ook de overtuiging, de bezielende persoonlijkheid, welke een reproductie meer doen zijn dan alleen maar weergave van het notenbeeld. Aanmerkelijk boeiender klonken twee Debussy's, overtuigend vooral door de geraffineerde klankschakeringen.
LEX VAN DELDEN
woensdag 28 april 1948
Cello-recital Peers Coetmore
VAN de Engelse componist Moeran, die in zijn vaderland als een figuur van belang wordt beschouwd, hoorde het Amsterdamse publiek Dinsdagavond in de Kleine Concertgebouwzaal voor het eerst een cello-sonate in een recital door zijn landgenote, de celliste Peers Coetmore, aan wie deze sonate is opgedragen.
De kennismaking was teleurstellend. Zeker, het is een kundig voor de instrumenten geschreven, goed klinkend werk, harmonisch vertoont het incidenteel opmerkelijke vondsten, maar daarnaast bevat deze, in wezen laat-romantische muziek zoveel banaliteiten en is de structuur zo weinig kernachtig dat het geheel niet bijster overtuigde.
Nog minder bevredigde mij het weinig genuanceerde spel van de celliste, dat - afgezien van een forse streek - vaak onzuiverheden toonde en in sonates van Bréval en Van Beethoven zelden kon boeien. Evenmin als de pianobegeleiding van Marinus Voorberg.
LEX VAN DELDEN