zaterdag 3 mei 1947
De zwarte schijf draait weer!
Voor elk wat wils
EINDELIJK is het dan weer mogelijk grammofoonplaten te verkrijgen, zij het ook met enige moeite. Want, zag men voor de oorlog een groot aantal maatschappijen vertegenwoordigd, op het ogenblik is "Decca" vrijwel heer en meester.
Het nog schaarse materiaal is helaas niet erg gelukkig gebruikt. Van de beschikbare platen wordt meer dan 60% ingenomen door lichte amusementsmuziek. Op zichzelf hoeft dit nog geen bezwaar te zijn. Maar als men weet, dat hierbij opnamen zijn gemaakt van een Larghetto van Händel en een melodie van Gluck in vrij ongelukkige bewerkingen voor viool en orgel(!), als men verder bedenkt, dat vele platen bestemd zijn aan nogal sentimentele en slecht uitgevoerde dansmuziek, dan zal het ieder duidelijk zijn, dat men het materiaal zeker economischer had kunnen gebruiken.
De maatschappijen weten echter blijkbaar zeer goed, wat verkoopbaar is en wat niet. Commerciële factoren bepalen waarschijnlijk de verdeling van het repertoire over het aantal te maken opnamen. Dat is jammer en niet nodig. Want het is zeer goed mogelijk oorspronkelijke, uitstekende lichte muziek op de plaat vast te leggen. Amusementsensembles zijn er vele, de keuze is misschien niet gemakkelijk, maar in ieder geval beter te doen dan zijn toevlucht te nemen tot bovengenoemde bewerkingen. Enkele goede opnamen bewijzen dit duidelijk.
Licht . . . .
Om te beginnen is daar een perfecte opname van Louis Armstrong met twee foxtrots. (Decca BM 03595). Zowel in "Jodie man" als in "I wonder" zingt Armstrong schor en enthousiast als altijd en kunnen de jazzliefhebbers van zijn prachtige trompetsoli genieten.
Goede amusementsmuziek wordt ook ten beste gegeven door het BBC-theaterorkest onder leiding van Stanford Robinson, dat een charmante "Valse serenade" van de dirigent uitvoert en een aardige bewerking van de populaire mars "The British Grenadiers" (Decca X10011).
De Ramblers onder Theo Uden Masman laten hun supporters mede genieten van een wilde bui in "Hey-Ba-ba-re-bob", een abacadabra, dat moeilijk nader te omschrijven valt en waarin Ferry Barendse moeite doet een negerzanger te imiteren. (Decca M32162). Aan de andere zijde stelt Marcel Thielemans een Franse chansonnier voor in "Joupi joup-la-la".
Van het klassieke repertoire geeft het Concertgebouworkest onder Van Beinum's beproefde, alom bekende leiding een acoustisch voortreffelijke verklanking van de tweede Leonore-ouverture van Ludwig van Beethoven (Decca X 10028 en X 10029).
In het tweede pianoconcert van Saint-Saëns speelt Moura Lympany de brillante pianopartij zeer virtuoos doch komt tegen de uitstekende orkestklank van het Nationale Symphonie-Orkest onder leiding van Warwick Braithwaite wel wat erg sterk uit (Decca X 10017 - X 10016).
Een zeer goede opname werd tenslotte gemaakt van Schubert's achtste symphonie, de "onvoltooide", door hetzelfde Nationale Symphonie-Orkest, ditmaal door Anatole Fistoulari gedirigeerd (Decca X 10014 - X 10016). Een normale, tot cliché geworden uitvoering, met de bekende romantische overgevoeligheden, maar mooi van klank, afgezien van het vrij sterke krassen.
LEX VAN DELDEN
dinsdag 6 mei 1947
Diepenbrock's Te Deum op Bevrijdingsconcert
HET zwaartepunt van het bevrijdingsconcert, dat Maandagavond in het Amsterdamse Concertgebouw plaats vond ten bate van de Stichting 1940-1945 en de Stichting Herstellingsoorden voor oud-illegale werkers, lag - ook qua uitvoering - in het ongewoon-verheven Te Deum van Diepenbrock.
Bezielde vervoering en hartstochtelijke geëxalteerdheid - die dit werk tot een der meesterlijkste Nederlandse koorcomposities maken - kwamen in de uitstekende uitvoering door het Toonkunstkoor, de solisten en het Concertgebouworkest onder Van Beinum's overtuigende leiding goed tot haar recht.
Na een toespraak door minister W. Drees werd het concert besloten met een matige vertolking van Beethoven's derde symphonie, waarin men mat orkestspel hoorde en weinig "Eroïca".
Vivian Joseph
Voortreffelijke instrumentale techniek, gezonde muzikaliteit, ziedaar eigenschappen, die de Engelse cellist Vivian Joseph Zondagavond in de Kleine Zaal overduidelijk demonstreerde. Zijn streek is elegant en beheerst, de toonvorming vaak warm en bloeiend.
Qua temperament viel er bovendien ook ruimschoots voldoende te genieten: vurigheid en binnen de grenzen gehouden sentiment zorgden voor een boeiend musiceren, waartoe de pianist Anton Dresden voortreffelijk het zijne bijdroeg.
Helaas nam de cellist veel van de uitstekende indruk weg door het smakeloze allerlei, dat hij in bonte verscheidenheid tot slot speelde.
LEX VAN DELDEN
donderdag 8 mei 1947
Het wonder der volmaaktheid
Een Mozart-avond
MOZART, de Raphaël onder de componisten, verpersoonlijking der volmaakte harmonie tussen materie en geest, tussen vorm en inhoud, dit enige genie heeft de mensheid - ook in zijn kerkelijke werken - een schat aan verheven schoonheid nagelaten, die zijn weerga nergens vindt.
Zowel in zijn jongste missen als in zijn laatste requiem herkent men bovenaardse sereenheid, omgezet in de meest reine en aangrijpende gestalte, die muziek in haar allerzeldzaamste hoogtepunten kan aannemen.
In het Offertorium en de Litanie - beiden vrijwel onbekend - waarmee het Nederlands Vocalisten Ensemble zich Woensdagavond onder leiding van Max van Doorn in de Bachzaal aan het Amsterdamse publiek voorstelde, vindt men deze Mozart terug, dit onbegrijpelijke wonder der volkomenheid. Beide kerkelijke werken, uit Mozart's jeugd stemmend (voor zover men van jeugd kan spreken; hij stierf immers op 35-jarige leeftijd), werden uitgevoerd door een van Mozart's geest doordrongen ensemble, geestdriftig, puur en evenwichtig van klank en voordracht; geleid door een dirigent, die overduidelijk zijn liefde voor deze muziek bewees.
De solisten Dora van Doorn-Lindeman (met een prettige, warm-getimbreerde sopraan), die het "Alleluja" om haar onvolprezen weergave moest herhalen, de stralende tenor Wiebe Drayer en de wat laat reagerende organist Simon C. Jansen, namen aan deze overgave in even grote mate deel, in de geest, die deze, door "Je Maintiendrai" georganiseerde avond allen bezielde.
Vergeten wij de onvolmaaktheden, met name aan het orkest viel nog wel wat te verbeteren. Maar men hoorde in de eerste plaats en voortdurend: Mozart. En dat is meer dan alle mooischrijverij kan uitdrukken.
LEX VAN DELDEN
maandag 12 mei 1947
De post musiceert!
Reeds eeuwen geleden maakte de postbode gebruik van een blaasinstrument. Overdag, bij de bezorging van brieven, blijft deze gewoonte tegenwoordig achterwege, maar in zijn vrije tijd is de postbode zijn oude liefde trouw.
Dit bleek Zondag duidelijk in het Amsterdamse Concertgebouw, waar de Amsterdamse Postharmonie een volle Grote Zaal liet horen, hoe die vrije tijd besteed was. Het goed samengestelde programma, dat o.a. bewerkingen bevatte van bekende klassieke muziek, werd onder de kundige leiding van de heer Speets met veel enthousiasme en in goed samenspel uitgevoerd door het zeer sterk bezette ensemble.
Amsterdam kan trots zijn op zijn post, die meermalen kampioen was in de eerste afdeling voor harmoniecorpsen.
LEX VAN DELDEN
dinsdag 13 mei 1947
Twee recitals
JEAN FOURNIER, die zich Maandagavond in het Amsterdamse Concertgebouw liet horen, is zeer zeker een groot violistisch talent: uitstekende streek en rechterhandtechniek gaan samen met een warme, soms fraaie toonvorming en vurig élan.
Niettemin moeten wij constateren, dat hij als kunstenaar lang niet op dezelfde hoogte staat. Dat kon men al verwachten na lezing van het programma. Het is waarlijk niet nodig een vioolconcert van Mozart op een recital te spelen en een halsbrekend kunststuk als Paganini's Campanella hoort niet in de Concertzaal thuis.
Zo overheerste het louter violistische wel sterk, wat Ravel's Tzigane nog het beste verdroeg. Vooral hierin begeleidde Felix de Nobel prachtig.
Didi Sanders
Tegelijkertijd maakten wij in de Bachzaal kennis met de speelse zangkunst van de mezzosopraan Didi Sanders. In lyrische liederen schiet zij in expressie tekort, maar in luchtige gevalletjes weet haar voordracht vaak te boeien. Dan storen de vocale tekortkomingen minder.
Haar stem is in het lage en middenregister aangenaam, maar in de hoogte, vooral in 't forte, blijft alles te veel achter in de keel en wordt de minder goede ademtechniek merkbaar.
Overigens was het programma smaakvol samengesteld en begeleidde Hans Schouwman zeer muzikaal.
LEX VAN DELDEN