zaterdag 1 maart 1947
Pianist Alfred Kitchin
SCHUBERT'S pianosonate Opus 120, die men dit seizoen zelden hoorde, opende het programma, dat de pianist Alfred Kitchin Vrijdagavond den Amsterdammers in de Kleine Zaal voorzette.
Hierin toonde Kitchin over een goed ontwikkelde techniek te beschikken, maar een te romantische, vrije opvatting van Schubert's muziek te hebben. Een aantal geheugenstoornissen stond eveneens een goede uitvoering in den weg.
In Beethoven's Appassionata-sonate viel meer te waardeeren, vooral de felle geladenheid. De bezonken, dichterlijke passages misten echter de diepte, die noodig was om het tegen de overheerschende forschheid uit te houden.
LEX VAN DELDEN
maandag 10 maart 1947
Giannini een belevenis
Robert Masters-kwartet
WAT men in den zang van Dusolina Giannini, die Vrijdagavond in de Kleine Zaal van het Concertgebouw de zeer talrijke Amsterdammers tot verrukking bracht, het meest moet prijzen, valt moeilijk te zeggen. Want deze meesterlijke kunst onderging men in al haar schoonheid, maar dan ook volkomen.
Een in alle schakeeringen volmaakt beheerschte sopraan, die het prachtig-warme timbre van een alt vertoonde, ging samen met het vermogen zoowel aria's als liederen even diep-bewogen en doorleefd ten gehoore te brengen.
Felix de Nobel, merkbaar geďmponeerd door dit groote kunstenaarschap, begeleidde minder goed dan wij gewend zijn.
In de solistenkamer van de Amsterdamsche Bachzaal hoorde men tegelijkertijd het Robert Masters-Kwartet, dat uit gedegen musici bleek te bestaan, goed samenspel en een juiste opvatting van musiceeren vertoonde.
Het Engelsche kwartet introduceerde een uit 1916 stammend, aangenaam klinkend, kwartet van den landgenoot Howells, dat niet bijzonder belangrijk bleek, maar - ondanks invloeden van Grieg en Fauré - toch een prettigen indruk achterliet.
LEX VAN DELDEN
dinsdag 11 maart 1947
Muziek bij Alkestis
Het schrijven van tooneelmuziek stelt den componist andere eischen dan het componeeren van absolute muziek. Arnold Juda, die voor vele opvoeringen van de Start het muzikale gedeelte voor zijn rekening nam, bewees ook met zijn muziek bij Euripides' "Alkestis" weer, het juiste inzicht en den aanleg te bezitten om deze vrij ondankbare opgave goed op te lossen, zij het, dat men wel eens naar een sterkere bewogenheid verlangde.
Sommige minder geslaagde fragmenten leken mij voor een deel toe te schrijven aan de wanverhouding tusschen tooneelactie en muziek. Hier moest de eerlijke eenvoud van Juda's muziek het afleggen tegen de bewegingen op het tooneel, waarmee men aan den stijl van het ballet-Jooss herinnerd werd.
Vaak bereikte de componist met de zeer eenvoudige middelen (5 blaasinstrumenten, harp, slagwerk, klokkenspel en vibraphoon) een bijzondere sfeer, met name in de treurmuziek bij Alkestis' afdaling naar de onderwereld.
Een verademing vooral was de oprechtheid, die voortdurend uit Juda's muziek sprak.
LEX VAN DELDEN
zaterdag 15 maart 1947
Kwintet van Bruckner
MEN moet het Amsterdamsch Kamermuziek Gezelschap dankbaar zijn, dat het Vrijdagavond in de hoofdstedelijke Kleine Zaal enkele weinig gespeelde werken uitvoerde. Behalve Haydn's strijkkwintet hoorde het talrijke publiek voor de pauze Ravel's kleurige, impressionistische Introductie en Allegro met Phia Berghout als voortreffelijke harpsoliste, in een meesleepende uitvoering, waarin het prachtige klankevenwicht trof.
Dé gebeurtenis was echter het strijkkwintet van den Oostenrijkschen mysticus Anton Bruckner, het eenigen kamermuziekwerk van dezen typisch katholieken componist. Een ongewoon nobele en verheven klinkende muziek, waarvan men zich afvraagt, waarom zij bijna nooit gespeeld wordt.
Ook hier weer een uiterst verzorgde muzikale vertolking. Alleen: moet elk zachter-worden gepaard gaan met een verlangzaming, ook waar de componist dit niet voorschrijft? Verder niets dan lof en het uitspreken van de hoop spoedig weer eens Bruckner's kwintet te mogen hooren.
LEX VAN DELDEN
donderdag 20 maart 1947
Theo Olof
MET de tot slot gespeelde virtuoze, maar weinig waardevolle Caprice van Ysaye wist de violist Theo Olof Woensdagavond in de volle Bachzaal de Amsterdamsche studenten tot enthousiasme te brengen en tevens aan te toonen, dat hij over groote technische capaciteiten beschikt, die een gloedvolle vertolking opleverden.
In stukken van meer muzikale beteekenis bleven zowel Olof als zijn overigens uitstekende begeleider Luctor Ponse, té ver van den geest der werken verwijderd, zoodat vooral Bach's sonate meer notenbeeld dan vertolking werd, en de soms scherpe, onzuivere toonvorming "in het oor" liep.
LEX VAN DELDEN
vrijdag 28 maart 1947
"Caecilia" jubileert
HET koor "Ceacilia", dat vooral bekendheid verwierf om zijn optreden in ziekenhuizen, vierde Donderdagavond in Krasnapolsky te Amsterdam zijn 30-jarig bestaan met een feestconcert o.l.v. zijn enthousiasten dirigent J. Th. Westerdaal, die ook het kinderkoor "Caecilia" leidde. Het was soms nogal valsch, maar de zangertjes waren ook wel heel erg jong.
Het "volwassen" koor zong met goede nuanceering en liet zich met een te klein bezet orkestje en vier solisten hooren in Romberg's "Das Lied von der Glocke", dat met spanning werd uitgevoerd, ondanks den zwakken inhoud van het lange werk.
LEX VAN DELDEN
maandag 31 maart 1947
Mannenkoor Excelsior
VOOR de vrijmetselaarsvereeniging, waarvan hij lid was, schreef Mozart een aantal werken, waaronder de wonderlijk-schoone "Weltliche Kantate", die het mannenkoor "Excelsior" Zondagavond in het Amsterdamsche Concertgebouw ten gehoore bracht met de sopraan Greet Koeman als soliste en begeleid door de Haarl. Ork. Ver. Het koor bleek zeer goed materiaal te bezitten en produceerde een sonoren klank.
De voordracht kan aan diepte winnen, indien de leiding van Cor Olthuis meer bezield zou zijn. Zoo kreeg Brahms' Alt-rhapsodie een vrij oppervlakkige uitvoering, ondanks de uitstekende soliste Bep Ogterop, die een zeer mooie alt bezit.
"Excelsior" bewees zijn goede kwaliteit duidelijk in Bruch's romantische "Frithjofsage". De beide solisten, Greet Koeman en de bariton Gerard Holthaus, zongen hier echter te zeer operastijl en "haalden" rijkelijk veel, terwijl ook de Haarl. Ork. Ver. Beneden haar kunnen bleef onder deze weinig inspireerende leiding.
LEX VAN DELDEN